Test: zwoer / zwoor

Beste lezer,

‘Zweren’ heeft twee betekenissen:

  1. plechtig beloven, een eed afleggen  
  2. etteren, ontstoken raken

Bij 1 hoort de verleden tijd ‘zwoer’. Bijvoorbeeld:

  •  De ridder zwoer trouw aan de koning.
  •  Zij zwoeren dat ze vanaf nu alleen maar voldoendes zouden halen.

Bij 2 hoort de verleden tijd ‘zwoor’. Bijvoorbeeld:

  • De wond zwoor en deed veel pijn.

Bij 1 horen ook: samenzweren, ergens bij zweren, bezweren en inzweren.

Bij 2 hoort ook: verzweren.  

Doe de test!

Deze test bestaat uit tien vragen over alle werkwoorden die hierboven staan. De vraag is telkens: wat is de juiste verleden tijd?

veel plezier en succes,

de medewerkers van Onze Taal